Doordat er ruim 15 jaar zat tussen het inzetten van de eerste en de laatste beginhond, zit er tussen de huidige Schapendoezen nog steeds een groot verschil in het aantal generaties dat ze van de beginhonden af kunnen staan. De meeste Schapendoezen van na 2000 zitten tussen de 10 en de 15 generaties afstand van de beginhonden, maar er zijn ook nog twee nesten van de 8e generatie geworpen. Althans binnen Nederland dan, maar er bestaat geen reden om te veronderstellen dat er in het buitenland nog jongere generaties rondlopen!
Alhoewel er aan de andere kant in het buitenland wel lijnen bestaan die rechtstreeks teruggaan op Janneke Richesse (1969), in tegenstelling tot Nederland, waar er niet meer gefokt wordt met rechtstreekse nakomelingen van Janneke. Hetzelfde zou bij de reuen dus ook kunnen voorkomen, al lijkt dat onwaarschijnlijker omdat het buitenland juist vaak van Nederlandse reuen gebruik maakt. Uiteindelijk leverde deze vijftienjarige periode van het inzetten van nulgeneratie Schapendoezen slechts twaalf eerste generatie raszuivere Schapendoezen op.
Van de twaalf eerste generatie Schapendoezen is Jeroen als laatste ingezet, veel later dan de rest, namelijk pas in 1973. Daardoor vormen zijn nakomelingen de jongste loot aan de Schapendoezenstam. Helaas heeft Jeroen geen mannelijke nakomelingen meer die rechtstreeks op hem teruggaan. Een ander verschil van Jeroen met de andere elf eerste generatie Schapendoezen is dat hij niet in elke stamboom van na 2000 geboren Schapendoezen voorkomt en de rest wel. Een aparte stam dus, die in de jaren 90 nog maar weinig voorstelde maar inmiddels waarschijnlijk de meerderheid van het ras omvat doordat zijn nakomelingen in handen van de veelfokkerij gevallen zijn en zijn stam derhalve schrikbarend vermeerderd wordt.
De opmars van Jeroen in de stamboom van de Schapendoes is een typisch voorbeeld van wat er fout is aan het fokbeleid van de rasvereniging. Daarbij doel ik niet op het feit dat de nakomelingen van Jeroens zoon Polly alleen gekruist zijn met nakomelingen van Jeroens dochter Polly, want dat zal wel bewust gedaan zijn. Het maakt wel dat er binnen de stam van Jeroen een apart takje bestaat van honden die behalve via Pandoer ook nog via Polly van Jeroen afstammen. De fout waar ik op doel is het veel te vaak inzetten van één en dezelfde hond. Pandoer heeft namelijk 6 nesten geworpen met een totaalresultaat van 40 honden.
Maar Jeroens kleinkinderen van het I-nest van ‘t Heideleven (Pluis DoeshorstxPandoer) hebben samen 17 nesten geproduceeerd met een totaal van 115 honden tot gevolg.
Daarbij spant de reu Idio Heideleven de kroon met elf nesten en 70 kinderen.
Iodora Heideleven wierp 5 nesten met in totaal 38 kinderen en Iris Heideleven wierp éénmaal 7 kinderen. Overigens werd Idio’s vader Pluis Doeshorst 9 maal ingezet met 51 kinderen tot gevolg. Idio had dus maar liefs 83 halfbroers en -zusters.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten