maandag 31 december 2018
Ben bedaart
Ben nu ook bang van knallen
Hij vertrouwt het van links komende geknal niet, wil wel naar huis en zijn instinct leidt hem dan langs de veiligste kant verder. Normaliter loopt hij hier bovenop de dijk. Hij komt wel steeds even omhoog voor een peiling.
zondag 30 december 2018
Bens genetische sturing
Ik roep hem hier weer terug door naar achteren te lopen.
Dankzij dezelfde genetische sturing reageert hij daar even dwangmatig op.
donderdag 27 december 2018
Schapendoes Ben blijft raadsel
woensdag 26 december 2018
De parken uit, de lanen in
Op autowegen wandelt het sowieso veiliger met Ben los. Op de fiets is dat helemaal ideaal met Ben want hij is er dol op. Ben bezit de echte winnaarsmentaliteit en probeert me er werkelijk uit te hollen. Zolang hij zo uitvalt naar honden durf ik het echter nog niet aan met hem aangelijnd door de straten te fietsen dus dat doen we nog niet zo vaak.
vrijdag 21 december 2018
Ben loeit als de haan schalt
Bens waakmanie
Ik kan dus nooit een gordijn ergens openschuiven want dan gaat Ben continu naar buiten zitten turen. Zelfs als het uitziet op een schutting en er dus nooit iets te zien valt.
vrijdag 14 december 2018
SCHAPENDOES BEN BEZIT OEROUD INSTINCT
Het plaatje heeft hier niks mee te maken maar toont Bens aanpassingsvermogen. Eerst sliep hij namelijk onder mijn bed. Mijn nieuwe bed blijkt daar echter te laag voor dus zodoende.
Sommige schepershonden bromden vroeger als ze in de verte mensen zagen naderen, bijvoorbeeld wanneer ze bij een kudde schapen op de heide waren. In een artikel van het Drentsch Dagblad d.d. 22-10-1942 wordt dat als volgt beschreven: "Wantrouwend komt de hond me tegemoet, hij bromt niet al te vriendschappelijk, maar de Wit roept hem direct tot de orde. „Karro is nogal “grel", verontschuldigt de scheper zijn trouwe metgezel. „Hij wil geen vremden in ’t laand hebben." C.A. Kruis noemt het in zijn Verkenningstochten in de Hondenwereld uit 1948 “onvriendelijk, onderdrukt gebrom”. Hij vertelt (bldz. 68) hoe hij een teef bij een kudde benaderde die begon te brommen toen hij op dertig meter afstand van haar gekomen was. Hij geeft (bldz. 64) ook nog een ander voorbeeld ervan, althans citeert uit de brief die iemand hem schreef over zijn dagelijkse tocht huiswaarts door een bosachtige streek, langs eenzame wegen waar men zelden of nooit iemand tegenkwam. Was dat wel het geval dan wist hij dat al op vijf minuten afstand omdat zijn hond dan een onderdrukt, kwaadaardig gebrom uitstootte! Toepoels Hondenencyclopedie van 1939 noemt het brommen daarnaast als eigenschap van patrouillehonden. Vooroplopend moeten die zonder blaffen waarschuwen bij het waarnemen van vijanden. Volgens de beschrijving hadden die een Schapendoesachtig uiterlijk. De Fransen gebruikten er in WO1 duizenden Pyrenese herdershonden voor, volgens Toepoel.
Ik heb zoiets nooit waargenomen bij mijn Schapendoezen en ook nooit iemand anders erover gehoord dus ik dacht dat die eigenschap allang verdwenen was. Ben (Prins B.L. v/h Fijne Oord) laat echter inderdaad altijd een zacht gebrom horen zodra hij in de verte mensen waarneemt, heel anders dan zijn grommen bij het zien van honden. Na het een jaar gadegeslagen te hebben, zie ik er duidelijk het beschreven gedrag in. Overigens doet hij het uitsluitend bij normaal bewegende mensen en negeert hij hardlopende geheel, evenals mensen die ineens binnen een paar meter van hem opduiken. Bevinden er zich zowel dichtbij als verder weg mensen dan laat hij het helemaal achterwege. Ook bromt hij harder naarmate mensen dichterbij in zijn blikveld verschijnen. Vlakbij huis gedraagt hij zich ook weer anders. Ziet hij daar mensen dan bromt hij niet maar barst direct in blaffen uit. Ook dat is echter duidelijk overeenstemmend met wat Kruis vertelt (bldz. 60) over de schepershond wanneer die op het erf vertoefde, namelijk dat die in een verwoed, nijdig geblaf uitbarstte zodra iemand op de hoofdweg de afweg naar de boerderij naderde.
.
Sommige schepershonden bromden vroeger als ze in de verte mensen zagen naderen, bijvoorbeeld wanneer ze bij een kudde schapen op de heide waren. In een artikel van het Drentsch Dagblad d.d. 22-10-1942 wordt dat als volgt beschreven: "Wantrouwend komt de hond me tegemoet, hij bromt niet al te vriendschappelijk, maar de Wit roept hem direct tot de orde. „Karro is nogal “grel", verontschuldigt de scheper zijn trouwe metgezel. „Hij wil geen vremden in ’t laand hebben." C.A. Kruis noemt het in zijn Verkenningstochten in de Hondenwereld uit 1948 “onvriendelijk, onderdrukt gebrom”. Hij vertelt (bldz. 68) hoe hij een teef bij een kudde benaderde die begon te brommen toen hij op dertig meter afstand van haar gekomen was. Hij geeft (bldz. 64) ook nog een ander voorbeeld ervan, althans citeert uit de brief die iemand hem schreef over zijn dagelijkse tocht huiswaarts door een bosachtige streek, langs eenzame wegen waar men zelden of nooit iemand tegenkwam. Was dat wel het geval dan wist hij dat al op vijf minuten afstand omdat zijn hond dan een onderdrukt, kwaadaardig gebrom uitstootte! Toepoels Hondenencyclopedie van 1939 noemt het brommen daarnaast als eigenschap van patrouillehonden. Vooroplopend moeten die zonder blaffen waarschuwen bij het waarnemen van vijanden. Volgens de beschrijving hadden die een Schapendoesachtig uiterlijk. De Fransen gebruikten er in WO1 duizenden Pyrenese herdershonden voor, volgens Toepoel.
Ik heb zoiets nooit waargenomen bij mijn Schapendoezen en ook nooit iemand anders erover gehoord dus ik dacht dat die eigenschap allang verdwenen was. Ben (Prins B.L. v/h Fijne Oord) laat echter inderdaad altijd een zacht gebrom horen zodra hij in de verte mensen waarneemt, heel anders dan zijn grommen bij het zien van honden. Na het een jaar gadegeslagen te hebben, zie ik er duidelijk het beschreven gedrag in. Overigens doet hij het uitsluitend bij normaal bewegende mensen en negeert hij hardlopende geheel, evenals mensen die ineens binnen een paar meter van hem opduiken. Bevinden er zich zowel dichtbij als verder weg mensen dan laat hij het helemaal achterwege. Ook bromt hij harder naarmate mensen dichterbij in zijn blikveld verschijnen. Vlakbij huis gedraagt hij zich ook weer anders. Ziet hij daar mensen dan bromt hij niet maar barst direct in blaffen uit. Ook dat is echter duidelijk overeenstemmend met wat Kruis vertelt (bldz. 60) over de schepershond wanneer die op het erf vertoefde, namelijk dat die in een verwoed, nijdig geblaf uitbarstte zodra iemand op de hoofdweg de afweg naar de boerderij naderde.
.
Overigens verkeerde ik in de veronderstelling dat 'brommen" Belgisch voor "grommen" was, maar er wordt dus een heel ander geluid mee bedoeld.
zaterdag 8 december 2018
Bens aparte manieren
Een andere eigenaardigheid van hem is dat hij zijn kop omlaag doet zodra hij in de verte iets denkt te zien, alsof hij onder zijn kuif uit wil kijken. Terwijl hij een heel doorzichtige heeft.
dinsdag 4 december 2018
Ben blijft binnen erfbegrenzingen
Aan de ene kant stormt hij op honden af die honderd meter verderop lopen maar aan de andere kant durft hij niet over dit greppeltje te springen om naar een paar honden amper dertig meter verderop te lopen. Hij bleef er de hele lengte luid blaffend langs lopen, terwijl hij er zonder bedenken overheen gaat als ik een bal gooi. Zijn gedrag naar andere honden is genetisch gestuurd, en dit respecteren van zo'n afgrenzing lijkt mij daarom om voor de hand liggende redenen deel van die sturing uit te maken.
Schapendoes Ben wil man pakken
zaterdag 1 december 2018
Bens brede blikveld
Helaas blijkt het hondje te klein om zichtbaar te zijn op deze weergave maar het liep helemaal bij de bomenrand.
Abonneren op:
Posts (Atom)