Het woord Poedelen is een onomatopee volgens het WNT en bootst de klank na van spartelen in water. Daarom noemden ze vroeger honden die dit deden Poedelhonden. Ik heb in mijn leven met tien verschillende Schapendoezen regelmatig gewandeld en de één was nog waterzuchtiger dan de ander. Daarom denk ik dat die hang naar de waterkant genetisch gestuurd is, wat me uiterst merkwaardig voorkomt voor honden die geacht worden eeuwenlang vertoefd te hebben op de heide want ook de zogenaamde "natte" heide is eerder vochtig dan dat je erin rond kan plassen.
Ik wandelde ook vaak genoeg met ze op de hei en ik heb nog nooit één Schapendoes gehad wiens vacht daarna niet vol heidetwijgjes zat die er alleen met veel moeite uit los te pulken waren.
Volgens mij is het dan ook een fabel dat dit soort vachten vroeger wel geschikt was voor het werk op de heide.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten