Sommige schepershonden bromden vroeger als ze in de verte mensen zagen naderen, bijvoorbeeld wanneer ze bij een kudde schapen op de heide waren. In een artikel van het Drentsch Dagblad d.d. 22-10-1942 wordt dat als volgt beschreven: "Wantrouwend komt de hond me tegemoet, hij bromt niet al te vriendschappelijk, maar de Wit roept hem direct tot de orde. „Karro is nogal “grel", verontschuldigt de scheper zijn trouwe metgezel. „Hij wil geen vremden in ’t laand hebben." C.A. Kruis noemt het in zijn Verkenningstochten in de Hondenwereld uit 1948 “onvriendelijk, onderdrukt gebrom”. Hij vertelt (bldz. 68) hoe hij een teef bij een kudde benaderde die begon te brommen toen hij op dertig meter afstand van haar gekomen was. Hij geeft (bldz. 64) ook nog een ander voorbeeld ervan, althans citeert uit de brief die iemand hem schreef over zijn dagelijkse tocht huiswaarts door een bosachtige streek, langs eenzame wegen waar men zelden of nooit iemand tegenkwam. Was dat wel het geval dan wist hij dat al op vijf minuten afstand omdat zijn hond dan een onderdrukt, kwaadaardig gebrom uitstootte! Toepoels Hondenencyclopedie van 1939 noemt het brommen daarnaast als eigenschap van patrouillehonden. Vooroplopend moeten die zonder blaffen waarschuwen bij het waarnemen van vijanden. Volgens de beschrijving hadden die een Schapendoesachtig uiterlijk. De Fransen gebruikten er in WO1 duizenden Pyrenese herdershonden voor, volgens Toepoel.
Ik heb zoiets nooit waargenomen bij mijn Schapendoezen en ook nooit iemand anders erover gehoord dus ik dacht dat die eigenschap allang verdwenen was. Ben (Prins B.L. v/h Fijne Oord) laat echter inderdaad altijd een zacht gebrom horen zodra hij in de verte mensen waarneemt, heel anders dan zijn grommen bij het zien van honden. Na het een jaar gadegeslagen te hebben, zie ik er duidelijk het beschreven gedrag in. Overigens doet hij het uitsluitend bij normaal bewegende mensen en negeert hij hardlopende geheel, evenals mensen die ineens binnen een paar meter van hem opduiken. Bevinden er zich zowel dichtbij als verder weg mensen dan laat hij het helemaal achterwege. Ook bromt hij harder naarmate mensen dichterbij in zijn blikveld verschijnen. Vlakbij huis gedraagt hij zich ook weer anders. Ziet hij daar mensen dan bromt hij niet maar barst direct in blaffen uit. Ook dat is echter duidelijk overeenstemmend met wat Kruis vertelt (bldz. 60) over de schepershond wanneer die op het erf vertoefde, namelijk dat die in een verwoed, nijdig geblaf uitbarstte zodra iemand op de hoofdweg de afweg naar de boerderij naderde.
.
Overigens verkeerde ik in de veronderstelling dat 'brommen" Belgisch voor "grommen" was, maar er wordt dus een heel ander geluid mee bedoeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten