Vachtkleur speelt bij de Schapendoes geen rol. Volgens de kynologische keurmeesters heeft een goede hond geen kleur. Waarmee ze bedoelen dat de algehele kwaliteit altijd voorgaat. Voor rashonden mag dat waar zijn maar vroeger was kleur voor gebruikshonden juist van doorslaggevende betekenis.
Bronnen uit de Klassieke Oudheid stellen duidelijk dat bij schaapskudden witte honden gebruikt moeten worden. In die tijd bezat de mens al net zolang schapen en honden als er sindsdien verstreken is dus ze beschrijven een allang bestaande, op ervaring berustende praktijk. Middeleeuwse bronnen stellen dat de herders witte honden gebruiken bij schaapskudden om ze te doen verschillen van wolven, al zijn die het niet eens over de vraag of dat omwille der schapen of herders was.
Volgens dezelfde bronnen gebruikten de boeren voor erfbewaking uitsluitend zwarte honden, omdat die ’s nachts dienst deden. Bruin, grijs en kleurvariëteiten ervan trof men daarom vroeger niet aan bij de boerenhonden maar, afgezien van de gezelschapshonden van stedelingen, bij jacht- en andersoortige gebruikshonden waar schutkleuren voor de taak vereist werden. Patrouille- en berichthonden van het leger bijvoorbeeld mochten niet effen bruin, wit of zwart zijn maar grijs, gevlekt of gestroomd.
De honden die hier te lande gebruikt werden bij schaapskudden, deden dat slechts als bijbaantje naast erfbewaking. Daarom hoefden ze ook niet wit te wezen. Naar gelang de andere taken die hij had, bijvoorbeeld als stropershond[1], bezat zo’n hond bepaalde kleuren. Hun geschiktheid voor het hoeden van schaapskudden was derhalve van ondergeschikt belang, alleen al omdat honden daar niet echt voor nodig waren. De kleuren van de Schapendoes zijn authentiek en verklaarbaar en onderbouwen dat het geen specifiek voor het hoeden van schaapskudden gebruikt ras was.
Of vachtkleur en eigenschappen met elkaar in verband gebracht kunnen worden wat Schapendoezen betreft, weet ik niet. Wel zie ik wezenlijk verschil in gedrag tussen mijn zwarte en grijze Schapendoezen, maar meer valt daar vooralsnog niet over op te merken.
[1] Herders waren notoire stropers en hadden een voorkeur voor honden met lange, dichte vachten van onopvallende kleur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten