Schapendoezen vergezelden vroeger vaak de herder met zijn kudde schapen, maar niet zozeer omdat ze hem daarbij nodig hadden alswel omdat ze er stiekem mee stroopten. De verwardharige herdershonden kregen dankzij de bescherming die hun vacht ze bood de voorkeur bij de jacht op wilde zwijnen en dassen, maar waren ook goed in vinden van op de grond levende vogels. Zo goed dat een middeleeuws tractaat herders verbood tussen 1 mei en 1 september langharige herdershonden mee het veld in te nemen. Een Schapendoes heeft behalve het herdersinstinct dus ook een jachtinstinct. Dat wil zeggen dat hij een prooidier herkent zodra hij het ziet, ook al ziet hij het voor het eerst. Dat zie ik heel duidelijk aan mijn eigen Schapendoezen. Als ze twintig meter verder een fazant zien dan stuiven ze er direct op, af, maar een kraai negeren ze ook al zit hij vlak naast ze.
Een konijn daarentegen zullen ze ook nooit links laten liggen, daar hollen ze ook altijd op af ook al vangen ze ze nooit. Sinds een paar jaar komen we op bepaalde plekken steeds vaker zwarte konijnen tegen, iets waar mijn honden zich niet door laten foppen.
Vandaag liepen we er weer eens en toen zat er aan de rand van het grasveld waar dat zwarte konijn wel eens zat ineens een grote kraai. Baldr zag dat en stoof erop af. tot grote schrik van de kraai, die volkomen overrompeld werd. Baldr had hem eigenlijk te pakken maar zag zijn vergissing toch nog tijdig in want hij beet niet naar de kraai maar draaide om. De kraai maakte echter gelijktijdig een rare panieksprong waardoor hij op Baldrs rug terecht kwam, die daar zo van schrok dat hij gillend maakte dat hij wegkwam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten