Daar zijn ze vroeger op gefokt.
Waarbij er nauwkeurig op gelet werd dat de hond slechts oppervlakkig letsel toebracht.
Bij de selectie van de beginhonden is er door Toepoel zelf gelet op speciaal deze eigenschap.
Hij zit impliciet besloten in zijn opmerking dat de Schapendoes geen roestvrij stalen mes mag worden. Met andere woorden de Schapendoes is een vlijmscherp mes en moet dat blijven.
Bekend zijn de vele bijtincidenten van zijn eigen Pluis.
Minder bekend, maar terug te vinden in het archief van de rasvereniging, is dat ook de uitverkoren Wessel-Lutenhonden beten.
Zo staat er te lezen dat de kinderen in het dorp Wessel vanwege zijn lichamelijke handicap gepest hadden en gegrepen werden door zijn hond, die ook later op ze bleef jagen.
Maar ook andere beginhonden worden geroemd om hun bijtvermogen en sommigen moesten zelfs weggedaan worden vanwege dat bijten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten