woensdag 25 december 2019

zondag 22 december 2019

Schapendoezen hebben het instinct van de muddehond

Ben bezit het beslist wel. Sinds hij door heeft dat bunzingen onder houtopslag kunnen zitten, inspecteert hij elke hoop hout die we passeren.


vrijdag 20 december 2019

Schapendoezen houden van hollen en water

Ben holt zich zodra hij de ruimte heeft het heen en weer tot ik uit zicht raak en hij zich geroepen voelt. Daarmee is de ruimte verdwenen en verruilt hij de lol van hollen voor die van te water staan.

dinsdag 29 oktober 2019

Ben de Brak


Bens Brakkenbloed speelde op. Hij snoof een spoor en ging ervandoor.  Hij jaagt echt volledig op de neus al blijft hij wel zwijgen. Als hij z'n prooi bereikt, gaat hij ertegen blaffen ipv ze te bijten. Dat durft hij om de een of andere reden alleen mensen.

donderdag 24 oktober 2019

Ben blijft pootjebaden

Ben durft steeds verder het water in. Niet dieper want hij heeft er een broertje dood aan dat zijn buik nat wordt.

DE SCHAPENDOES DANKEN WE AAN DUITSERS

Toepoels boek Onze Honden verscheen in 1933. De Schapendoes komt er nog niet in voor. Wel wijst hij bij de Hollandse Herder op het bestaan van een langharig schepershondentype in het buitenland “met korter hoofd en langeren staart” en beweert het onze als jongen tijdens fietstochten[i] weleens gezien te hebben alsmede dat die allemaal zwart waren. Dit laatste geheel conform de indertijd onder kynologisch onderlegden gangbare mening. Schepershonden moesten donker wezen, wist men zeker, merkwaardig genoeg. Want L. I. M. Columella (geb. rond 4 n.C.) wees er in boek 7 van De Re Rustica al op dat schepershonden wit moeten zijn, volgens hem opdat de scheper ze in de schemering kan onderscheiden van wolven. Wat Petrus de Crescentiis (geb. c. 1230) in Il Libro della agricultura in zoverre bevestigt, dat hij denkt dat ze wit zijn zodat schapen ze niet verwarren met wolven. Dat zwart schapen inderdaad niet koud laat, heb ik toevallig zelf mogen ervaren toen ik eens een bij bermbegrazende schapen bezig zijnde blinde passeerde, die me vroeg of mijn hond soms zwart was. Op mijn wedervraag hoe hij dat wist, antwoordde hij dat hij dat aan zijn schapen merkte.
De 2e druk uit 1937 laat het daarbij. Een jaar eerder noemde Toepoel in Het Vaderland (dd.19-7-1936) de Ruwharige Hollandse Herder nog het “edele rasdier van onze heide”.

Pas eind jaren ’30 herinnert hij zich blijkbaar beter wat hij zag en hoe dat heette want in zijn in 1940 verschenen Hondenencyclopaedie neemt hij het lemma Schapendoes op. Zonder het predicaat Nederlandse, volgens mij omdat het woord zelf al zo typisch Nederlands is dat buitenlanders het niet foutloos konden uitspreken.[ii] Wat herkomst betreft, beperkt hij zich tot: “Kwam in ons land vaak bij de kudde voor”,  “Herders roemden zijn schranderheid” en “zag niet hooger dan even 50 cm en donker bij zwart af”. Ook vertelt hij dat er in 1916 in Hilversum eentje kettinghond was en in 1920 een ander huishond. “Schijnt thans verdwenen”, besluit hij. In 1949 voegt hij in de 3e dr. van Onze Honden nog toe dat hij de hond op de foto in de Hondenencyclopaedie eens in Amsterdam uit het drukke verkeer opgenomen en aan het Asyl overgegeven had.

Vreemd genoeg ontbreken Burgersdijks en Schlegels inheemse water-  en poedelhonden uit hun boeken van begin jaren zestig 19e eeuw in Toepoels Hondenencyclopaedie[iii]. Hun rasloosheid kan daar niet de reden van zijn want bij het lemma Belgische Rassen van 52 kolommen worden wel een heel aantal zeer uiteenlopende types gebruikshonden genoemd. De zogenaamde “Leeuwtjes” zijn eigenlijk dwergpoedels, vroeger voor de jacht op waterwild gebruikt, staat er bijvoorbeeld. Daarnaast schampert hij bij het lemma Poedel van 9 kolommen wel dat Frankrijk en Duitsland het ras opeisen terwijl ook wij er recht op hebben daar “poedelen” een Nederlands woord is, maar vermeldt niet dat we ook een eigen variant hadden rondlopen! Bij de Poedel noemt hij nog dat het zeer vermaarde oorlogshonden waren, geliefd bij de Franse en Duitse legers ten tijde van Napoleon[iv]. Hetzelfde beweert hij van de “Pyreneesche Herdershond” in WO1.

Poedels werden vroeger inderdaad naast herdershonden tegen mensen ingezet, bevestigt een artikel in de Nieuwe Venlosche Courant van 11-11-1911 over het voornemen der regering in 1912 het politiehondenwerk te beperken tot honden met een stamboom van 1 van de 4 rassen die daar volgens Cynophilia geschikt voor zijn. Tot grote woede van de werkvloer, waar juist Poedels perfecte politiehonden blijken te zijn, maar dan wel stamboomloze[v]! De schrijver noemt het verdacht dat de keus uitgerekend op de 4 duurste rassen viel. Toepoels Hondencyclopaedie zegt daarover bij het lemma Politiehonden (door C. Arntzenius) dat Cynophilia na “allernauwkeurigste schifting” om verschillende redenen uitgemaakt had dat de Labrador de meest geschikte politiehond was; en bij het lemma Belgische rassen, hoofdstuk Politiehonden (door L. Huyghebaart) dat de politie daar in 1899 begon met Mechelaars omdat schepershonden bijtlustig waren, in tegenstelling tot ganzenwachtershonden, die er precies hetzelfde uitzagen (!) maar veel zachter van karakter waren.

Kennelijk keek Toepoel voor de oorlog verkeerd toen hij vermoedde dat die andersoortige schepershonden verdwenen waren want eind jaren 40 doken ze in grote getale op om als Schapendoes erkend te worden. In 1950 verbaast Toepoel zich er in de 2e druk van de Hondenencyclopaedie dan ook over dat er nog zoveel zijn die “tal van zijn eigenaardigheden hebben geërfd en zelfs die ze alle bezitten”. De ontberingen der bezetting moeten zijn geheugen verder aangescherpt hebben want hij weet ineens dat de Schapendoes[vi] ook wel herdersdoes of schapenhond heette[vii] en het ras reeds op tentoonstellingen in de jaren [18]80 uitgebracht werd. Helaas koos de kynologie toen tot Hollandse herdershond het andere type, schrijft hij, eraan toevoegend: “men sprak destijds van “Hollandse” ook wanneer men “Nederlandse” bedoelde”.

Alleen hijzelf is het oog op het ras blijven houden, dat hij overal in ons land bij de kudde aantrof en later, toen hij geen tijd  voor grote fietstochten meer had, in ’t Gooi, staat er nu. Dat hij later zo’n hond in ’t Gooi zag, klopt inderdaad maar dat hij eerder veel tijd voor grote fietstochten had, betwijfel ik. Geboren (in 1881) en getogen als Amsterdammer doorliep hij HBS en Handelschool, raakte daarbij van de bokssport bezeten, werd in 1902 Nationaal kampioen lichtmiddengewicht en kampioen middengewicht een jaar later, frequenteerde daarna Kolonie Walden[viii], toog toen naar Engeland om zich verder te bekwamen in de vechtsport en begon tenslotte in 1912 te Den Haag een school voor de lichamelijke ontwikkeling der elite.

Tevens is hem inmiddels duidelijk dat de ‘thans vaak nog gekrulde vacht recht moet zijn, niet te vlak liggen en licht golven mag” en geen helle kleur had daar de herder alle jongen afmaakte die niet donker waren. Ria Hörter schrijft in haar essay PMC Toepoel, Bokser, Kynoloog, Auteur dat hij het golvende, lange haar weet aan vreemd bloed maar in 1950 kiest hij er dus wel voor. Wat Hörter hem in de mond legt, komt in ieder geval meer overeen met de werkelijkheid want uit de bronnen blijkt duidelijk dat het haar meer krullend dan lang was. Schepershonden worden in het werk belemmerd door golvende, lange haren omdat daar allerlei modder en takjes aan blijven hangen. Vooral afgestorven heidetwijgjes doen dat, is mijn eigen decennialange ervaring.  In Die Deutschen Schäferhunde der Gegenwart, 1927[ix] wijst R. Löns ook nog op het sneeuwprobleem terzake. Ik vermoed daarom dat Toepoel voor golvend lang haar koos om gelijkenis met poedelhonden te verminderen. Lijkt het golvend lange haar niet echt handig voor het scheperen op de heide, ook de fraaie kuif schijnt daar niet echt nuttig bij. C.F.G. Thon beweert[x] in 1833 dat honden voorzien van lange en dichte lokharen en daardoor meer tegen gevaarlijke slagen verzekerd zijn, voorrang boven anderen hebben bij het opsporen, vinden en aanslaan van zwijnen. Dat schepershonden ook voor zwijnenjacht dienden, bevestigt L.J. Fitzinger in Der Hund und seine Racen, 1876. Hij zegt dat ze vanwege hun uitstekende reukvermogen ook gebruikt werden bij de jacht op Truffels, Zwijnen en Dassen.

Dat schepers te licht bevonden welpen afmaakten, klopt evenmin aangezien die zich daar helemaal niet mee bemoeiden. Zij keken uitsluitend naar honden die direct inzetbaar waren, zonder zich af te vragen wat voor honden dat waren. Een mooi voorbeeld daarvan bevat bldz. 222 van het Algemeen Verslag wegens den Staat van den Landbouw gedurende het jaar 1866 van Gedeputeerde Staten aan de Provinciale Staten van Gelderland, waar staat dat te Doornspijk een hondsdolle schepershond 3 koeien gebeten had, met de kanttekening dat men dat te wijten had aan de dwaasheid een vreemde, ronddwalende hond als schepershond in te zetten. Overigens was de taak van onze herdershonden vroeger meer dat van boerderij- dan van schepershond[xi]. Ze bewaakten ook het erf en bestreden ongedierte, terwijl ze wel gewoon bij de boerenfamilie in huis leefden en dus geen staldier waren.[xii]
Hetgeen ze tevens uitstekend geschikt maakte voor het leven in de stad. Het uiterlijk van de schapendoes was echter niet voorbehouden aan herdershonden want ook de stadse waterhonden die men poedelhonden placht te noemen tooiden zich ermee, evenals brakken voor de vossen- en dassenjacht[xiii]. In de stad zullen die soorten zich vermengd hebben, als ze om te beginnen al niet tot hetzelfde genotype behoorden. Aangezien alle honden die aan het ras bijdroegen van de straat geplukte stadshonden waren, kunnen de huidige exemplaren ervan eigenschappen van zowel boerderij- als water- en jachthonden vertonen. Welke zich ontwikkelen hangt vermoedelijk vooral af van de kans die ze daartoe krijgen.
Foto´s tonen aan dat Schapendoesachtige honden eind 19e/begin 20e eeuw niet overal te zien waren waar schaapskudden de heide teisterden maar wel deel uitmaakten van het stadsbeeld van onze steden. Ze werden naar believen poedel- of herdershonden e.d. genoemd[xiv] en deelden dezelfde eigenschappen. Dat Toepoel daar geen weet van had, acht ik ongeloofwaardig. Waarschijnlijker lijkt mij dat hij poedelhonden om opportunistische redenen verdoezelde. Een achtergrond als hond van de eenzaam over de grote stille heide dwalende herder verkocht uiteraard veel beter dan dat van eeuwenoud poedelachtig huisdier.

Door de bezetting gedreven stelde Toepoel zich hogere doelen dan het vinden van de waarheid en de ware achtergrond van het ras dat hij wilde scheppen was daar niet bruikbaar bij. Zonder Duitsers over de vloer was hij volgens mij geheel tevreden gebleven met het beeld van de Ruwharige Hollandse Herder als “Edel Rasdier van Onze Heide”.




[i] Of hij als jongen al fietsend kon zien dat sommige schepershonden kortere hoofden maar langere staarten bezaten, betwijfel ik. Bovendien schrijft hij in 1950 dat de overvloedige, lange beharing de schedel juist veel dieper doet lijken.
[ii] Dat soort woorden was populair bij de bevolking in bezet Nederland.
[iii] In het lemma Boeken en Tijdschriften begint hij wat Nederland betreft pas bij 1875, tegen 1387 voor Frankrijk, 1406 voor Engeland en 1587 voor Duitsland.
[iv] Hij wijdt zelfs een apart lemma aan Moustache, een beroemde Poedel uit Bonapartes leger.
[v] Interessant citaat: “Een herdershond afgeschaft voor een schaapspoedel, omdat hij niet ruiken kan, een flinke daad der NPV.”
[vi] Het lemma luidt nu: Schapendoes (Nederlandse).
[vii] Volgens het WNT heeft herdersdoes nooit bestaan. Wel in gebruik waren: Schaapspoedel, Wolpoedel, Poedelhond, Poedel, Poesbaart, Does(hond), Kardoes, Krulkardoes, Krulhond, Krullok en Waterhond
[viii] Frederik van Eedens commune.
[ix] Zie: Der Niederländische Schapendoes, Hartmut Mohr, 2003 bldz. 19 e.v.
[x] In: Volledig onderwijs in alle soorten van afrigting van honden.
[xi] Wat op zich al reden genoeg is de Schapendoes niet weg te zetten als schepershond van de heide.
[xii] Zie Verkenningstochten in de Hondenwereld, C.A. Kruis, 1948.
[xiii] Volgens K. (Charles Estienne) Stevens en J. Liebout in De Velt-bouw ofte Landt-winninghe, 1582.
[xiv] Zelfs gelijktijdig voor dezelfde hond. In tijdschrift Op de Hoogte, jrg. 13 (1916) staat bijv.: “… bedoelde een hond, en nog wel een kardoes, zo’n gezellige, zwart of witte krulharige poedel”.

zaterdag 19 oktober 2019

Ben bijt uitsluitend mensen

Hij holt wel naar katten en honden toe maar bijten doet hij ze niet. Hij kan het ook maar niet laten op vogels af te stormen al vliegen die altijd op als hij nog meters ver weg is. In de zomer bleef er een jonge merel zitten tot hij er bovenop botste en van schrik een meter de lucht in sprong, waarna hij er op een afstandje tegen ging blaffen terwijl de merel wat met zijn vleugels fladderde.

vrijdag 4 oktober 2019

Schapendoezen zijn dol op hollen

Ben in elk geval wel. Hij holt ook veel verder van me vandaan dan mijn vorige Schapendoezen. Alsof hij nog steeds geniet van zijn herwonnen vrijheid.

Ben wil wel eerst zien en dan pas geloven. Hij weet dat hij een beloning krijgt als hij bij terugkomst voor me gaat zitten maar hij doet dat alleen direct als hij ziet dat ik het in mijn hand hou. Zoniet dan duurt het een poos voor hij toegeeft.

vrijdag 27 september 2019

Schapendoezen zijn dol op moddersloten

Een oud spreekwoord luidt: een goede waterhond ontziet geen morsige sloot.
Ook Ben is dol op moddersloten maar heeft een hekel aan de modder die daarna aan zijn vacht blijft kleven. Hij gaat zich dan ook droogwrijven zodra hij kans daartoe ziet.

dinsdag 17 september 2019

Ben beheerst zich

Ben nu zover met Ben dat ik hem voor me uit de hoek om en uit zicht kan laten gaan zonder vrees dat hij gelijk aanvalt als hij daar mensen ziet naderen.  Hij wil daar linksaf slaan omdat mijn huis die kant op is, vandaar de aanwijzing.

zaterdag 31 augustus 2019

Ben blij

Ben leeft zich nog even uit voordat de warmte weer toeslaat want het gaat hier vandaag weer tegen de dertig graden lopen

vrijdag 30 augustus 2019

Ben best betrouwbaar bij wandelen

Ik heb die hoek eerst een aantal malen aangelijnd geslagen en nu blijft hij uit zichzelf op de stoep lopen.

maandag 19 augustus 2019

Ben vandaag 7 jaar geworden

waarvan de laatste 2,5 jaar bij mij. 
Schapendoezen worden gemiddeld minstens 14 dus uiteindelijk zal ik hem wel de langste tijd van zijn leven gehad hebben, hoop ik.
Hij besloot een paar dagen geleden op deze plek midden in het bos een diep gat te graven.
Hij bleef ermee bezig, steeds een uurtje ofzo en stopte dan om verderop in het water te gaan staan maar vandaag lijkt hij zijn doel bereikt te hebben.

zaterdag 17 augustus 2019

Ben gebeten

Door een wesp die in zijn haar vastraakte!

vrijdag 16 augustus 2019

Ben de beste loslopende Schapendoes

Ben is best wel betrouwbaar wat wandelen betreft. Hij staat altijd stil als er nieuw blikveld verschijnt. Ziet hij dan een hond lopen, blaft hij wel of gromt als het een mens is maar blijft dan toch staan tot ik bij hem ben.
Mijn vorige Schapendoezen liepen altijd gewoon door, keken nooit om naar mij en hielden alleen halt als ik zelf stil stond.

zondag 28 juli 2019

Ben blij met bosplasjes

Met dit weer durf ik niet langs het recreatiemeer te lopen omdat je daar in de volle zon loopt en dat bij 39 graden voor Schapendoezen niet zonder risico is. Maar gelukkig voor Ben bevat het bos hier veel veenplassen om in rond te poedelen. Weliswaar wordt de waterkwaliteit er niet gecontroleerd maar ik gok wat dat betreft maar op Bens goede gesternte.

vrijdag 5 juli 2019

Ben genormaliseerd tot hanteerbare Schapendoes

Ben beheers ik nu geheel met mijn stem, zodat ik mijn armen thuis kan laten wanneer ik met hem wandel in het gemeentepark.

zaterdag 29 juni 2019

Ben aan het poedelen tegen de hitte


Ben doet hier wat in onze taal bedoeld wordt met POEDELEN: "In haar eigenlijken zin dienende om het geluid weer te geven dat levende wezens in vocht of in een weeke massa maken, oftewel in water plassen, flodderen, morsen; in water omplassen als een spelend kind. Het is een onomatopee."
Bron: WNT

Honden met deze eigenschappen waren geliefd bij stropers van watervogels en waterwild als otters en bevers, maar ook voor bestrijding van ongedierte als woelratten, mollen en bruine ratten.

woensdag 12 juni 2019

maandag 3 juni 2019

Ben blaft boot aan

Een boot zomaar midden in het park vindt Ben  vermoedelijk genoeg op een koe lijken om te proberen er met blaffen beweging in te krijgen

zondag 12 mei 2019

Ben blaft koe aan

Die koe loeide omdat ze gescheiden was van de rest van de kudde in de wei ernaast. Wat Ben erop af deed stuiven. Verschil met zijn vroegere gedrag is dat hij een aanval nu niet meer doorzet maar eerst stopt en naar mij kijkt zodat ik tijd heb om hem zo nodig terug te roepen.

woensdag 24 april 2019

Bens gedrag bij los wandelen nu beheersbaar

Hij gedraagt zich nu zoals ik van mijn eigen Schapendoezen gewend was: op andere honden afstuiven tot ze vlakbij zijn en dan halt houden of terughollen als die honden op ze afkomen. Ben bijt wel van zich af als een andere hond hem te na komt maar een andere hond echt aanvallen, zie ik hem niet doen. Mijn Baldr was wat dat betreft veel agressiever. Die sprong eens dwars door de voorruit de woonkamer binnen van een Weimaranerstel waar hij een hekel aan had.
Ben reageert ook direct als ik hem terugfluit, wat alleen werkt als hij op honden afgaat. Valt hij mensen aan dan moet ik mijn stem fors gebruiken, terwijl dat bij honden geen effect heeft.
Ben is naar mensen toe juist weer agressiever. Mijn honden reageerden tijdens wandelingen in het buitengebied ook wel met dreigend geblaf op mensen die in de verte opdoken of stilstonden maar daar bleef het dan bij, terwijl Ben als hij mensen ziet naderen eerst even stilstaat  en dan grommend op ze afstormt, althans als ik hem dan niet gelijk terugroep. Zelfs als iemand pas op enkele meters afstand in beeld komt, wat in het donker wel eens gebeurt, en Ben direct de aanval inzet, kan ik hem nu afstoppen.

dinsdag 26 maart 2019

Ben is een koehond

Ben is buitensporig in alles wat hij doet. Hij graast haast als een koe en blijft dat minutenlang doen.  Mijn eigen honden hapten daarentegen slechts hier en daar naar een grasspriet en hielden zich daar maar een paar ogenblikken mee bezig. Riet vraten ze nooit maar Ben bevalt dat duidelijk wel want hij kan er maar niet van afblijven.

vrijdag 22 maart 2019

Ben 2 jaar bij mij

Ben is inmiddels zover genormaliseerd dat ik hem los door de woonwijk durf te laten lopen terwijl ik dat film. Hij loopt nu ook als een normale hond gewoon ontspannen te snuffelen ipv continu naar potentiële gevaren in de verte te loeren.

woensdag 20 maart 2019

Ben teruggefloten

Ik heb nooit begrepen waarom elke hond reageert op gefluit. Ben reageert niet op roepen als hij andere honden lastig valt maar aan gefluit kan hij geen weerstand bieden. Enige probleem is dat ik tegen de wind in niet hard genoeg meer fluiten kan maar daar valt rekening mee te houden. Eenmaal terug wil hij er eigenlijk gelijk weer van tussen maar ook wel beloond worden. Daarom schudt hij wel een paar keer met zijn kop maar blijft toch wachten

dinsdag 26 februari 2019

Ben blij met dode vis

Ben doet echt alles volgens het boekje. Zo begraaft hij niet alleen zijn botten maar wrijft zich ook in met dode vis. Hebben mijn eigen honden allebei nooit gedaan.

maandag 25 februari 2019

Ben dol op hollen

Ben blijft natuurlijk zijn gevaarlijke kanten houden maar op tijden dat er geen kinderen in het park spelen kan hij veilig los rond hollen. Hier achtervolgde hij honden die aan de overkant van de vaart liepen.

zaterdag 16 februari 2019

Ben bewaart afstand 2

Ben stuift op elke hond af maar hij houdt wel rekening met de bewegingsvrijheid van de andere hond. Blijft die vlakbij zijn mens dat durft Ben hem tot op een paar meter te benaderen maar loopt de hond los dan blijft Ben op veilige afstand staan blaffen.



zondag 10 februari 2019

Ben bewaart afstand

Ben durft één hond tot op een paar meter  te naderen maar twee honden zijn hem te machtig dus blijft hij veiligheidshalve op een flinke afstand van ze ook al negeren ze hem volledig.

zaterdag 9 februari 2019

Schapendoezen kunnen kinderen bijten

Niet mijn stelling maar die van twee fokkers. De ene stelt: "Schapendoezen die kinderen hoeden zijn ook geen uitzondering, een heel gevaarlijke situatie.Tijdens het spel wil de schapendoes nog wel eens in de hielen bijten, vooral rennende kinderen kunnen een trigger zijn om te pakken. Een manier om dit te voorkomen is veel bezig zijn met de hond en enkele basiscommando’s zoals blijf.", aldus de fokker (een door O&O gecertificeerde hondentrainer) op de website schapendoezen.com.
En de ander (op Roeskebeer.nl) meldt: "Is hij echter tijdens de opvoeding niet of niet genoeg met kinderen in aanraking gekomen dan kan hij in huis tegen kinderen gereserveerd zijn of zelfs grommen of eventueel van zich af bijten."

Volgens mij is het echter helemaal niet nodig om honden tijdens de opvoeding aan kinderen te wennen, althans voor zover het herdershonden als de onderhavige betreft. Die kunnen wel zulk gedrag vertonen jegens vreemde mensen, waken was vroeger immers één van hun taken, en doen dat dan uiteraard ook tegen vreemde kinderen. Mijn eigen fokprodukten zagen de eerste negen weken van hun leven geen enkel kind, kwamen allemaal in gezinnen met kinderen terecht en gaven nooit problemen. Terwijl hun moeder vanwege bijten op de nominatie stond afgemaakt te worden toen ik me over haar ontfermde dus bijten was ze echt niet vreemd.

Ben bijt dan ook geen kinderen uit onbekendheid maar om andere redenen.

Schapendoezen gebruiken graag hun bek om je iets duidelijk te maken of gewoon uit speelsheid.  Als ze hun tanden in je zetten is dat dan ook beslist geen blijk van valsheid. Hoe hard dat kan moet hij echter wel proefondervindelijk leren. Het internet puilt uit van informatieve sites over de Schapendoes maar op de twee genoemde na roert niemand het bijten aan.

Daarom een goede raad aan de fokkers: druk iedere koper van  Schapendoespups op het hart dat ze hun pup nooit het bijten moeten proberen af te leren.  Want sta je dat tot een bepaald niveau en een bepaalde felheid toe dan leert je hond hoe zacht hij zijn mond mag gebruiken. Leer je een pup het bijten daarentegen volledig af en bijt hij later omdat hij het ergens niet mee eens is dan is dat ongedoseerder. Sta je een pup toe je te bijten in spel maar leer je de grens van hoe hard wel en hoe hard niet dan leert de pup daarmee een waarschuwingsbeet te doseren. Je leert ze dat het beste op de simpelste wijze: gewoon een flinke pijnkreet slaken als de beet pijn doet, zoals je doet als je bijvoorbeeld met een hamer op je duim ipv de spijker slaat. Straffen is daarentegen uit den boze omdat de pup het verband tussen beet en straf niet leggen kan.

Ben blij met neerslag

Na een flinke holpartij laaft Ben zich het liefst aan zo'n grote regenplas als deze.  Door de langdurige droogte vorig jaar moest hij zich behelpen met de oevers maar nu er weer genoeg plassen liggen, taalt hij daar niet meer naar.

woensdag 6 februari 2019

Ben aan de hol

Ben holt nu zo ver bij me weg dat hij geheel uit beeld is. Maar hij komt gelukkig nog wel uit zichzelf terug want hij is dan tevens buiten stembereik. Ivm met het risico op loslopende kleuters sta ik hem dit alleen toe bij gunstige weersomstandigheden.

donderdag 31 januari 2019

Ben ontspant

Ben normaliseert steeds meer. Eerder liep hij langs deze buurthondenuitlaatroute uitsluitend gespannen in het rond te loeren en barstte hij bij het geringste geurspoor van andere honden gelijk in blaffen uit. Maar nu blijft hij toch ontspannen snuffelen aan anderhonds geurvlaggen.

dinsdag 29 januari 2019

Bochten benauwen Ben

Ben blijft altijd binnen mijn blikveld. Mijn eigen Schapendoezen liepen steevast zonder vaart te minderen een bocht om, maar Ben stopt steeds een stukje ervóór om te speuren naar onraad. Hij wacht dan tot ik vlakbij ben en kijkt eerst nog even achterom voor hij verder gaat. Hij holt hier de bocht om maar stopt daarna direct weer om de onoverzichtelijke situatie te bestuderen.

zaterdag 26 januari 2019

Ben probleemloos langs passerende honden


Ben reageert hier op honden die ons even eerder tegemoet kwamen en inmiddels dus allang gepasseerd zijn.

Overigens kwam ik al wandelend met Ben nu alweer voor de derde keer iemand tegen die zei zelf een schapendoes te hebben met bijten als probleem (ditmaal eentje van 3 jaar) en het idee dat het aan hem lag omdat hem wijsgemaakt was dat zoiets absoluut abnormaal voor dit ras was.

woensdag 16 januari 2019

Bens bijzondere wandelgang

Mijn eigen Schapendoezen liepen altijd met gestage tred voor me uit, maar Ben doet het met hollen en stilstaan. Hij draaft een eind voorwaarts en staat dan stil totdat ik vlakbij ben, wat hem tijd verschaft rond te speuren naar onraad. Voordeel is wel dat ik nooit achterom hoef te kijken of er wat aan komt omdat ik dat aan Ben merk. Ziet hij iets naderen dan doet hij zijn kop omlaag, alsof hij onder zijn kuif uit wil kijken.

maandag 14 januari 2019

Ben zet zijn zintuigen in

Ben stond hier plotsklaps stil en aan zijn neus te zien omdat hij iets rook. Hij staat ook te snuiven. Zijn blikveld is hier heel beperkt zodat hij verder geheel op zijn oren moet vertrouwen terwijl ik over het struikgewas heen kan kijken. Er valt niets te zien dus Ben reageert duidelijk op geluid van ver weg. Wat aantoont dat hij al zijn zintuigen gelijkwaardig gebruikt. De rasstandaard van de Schapendoes  besteed gek genoeg helemaal geen aandacht aan het gebruik van de zintuigen, terwijl dat voor een werkhond als de Schapendoes heet te moeten zijn toch het belangrijkste is, ipv van de vorm van de oren en de kleur der ogen.

dinsdag 8 januari 2019

Ben bevalt stormwind wel

Ben haat rugwind evenzeer als mijn eigen Schapendoezen maar tegen de wind in deinst hij zelfs niet terug voor stormkracht. Hoe harder de wind des te meer het hem opwindt en hoe verder hij voorop gaat lopen.

woensdag 2 januari 2019

Ben bang voor bouwzak



Ben valt alleen aan wat hem bekend voorkomt. Hier ziet hij een zak die daar gisteren nog niet lag. Hij sluipt er uiteindelijk heel langzaam naar toe maar dat duurde me te lang.


dinsdag 1 januari 2019

Ben rustig door reggae 2

Bij the Wailers gaat hij altijd naast de Woofer liggen maar bij Burning Spear juist uit de buurt ervan. Daar zit natuurlijk ook meer muziek in.

Ben rustig door reggae

The Wailers helpen Ben mbv Bob Marley door de jaarwisseling heen.