dinsdag 20 oktober 2015

Schapendoezen waren vermomde jachthonden en het jachtinstinct is ze nog steeds aangeboren

In de archieven bevinden zich vele middeleeuwse verordeningen met eenzelfde strekking als de volgende: "Dat geene schepers van den eersten May tot den eersten September eenige honden met haer in het velt sullen mogen te voeren, op poene van thien daelders,"  Gelders Placaatboek 2, 474 [1678].
Ons woord voor schaapherder is eigenlijk scheper. Een placaat is een middeleeuwse verordening en deze is dus in 1678 in Gelderland uitgevaardigd. Het betekent niet dat ze in die periode alleen naakthonden mochten gebruiken (die hadden we hier niet) en ook niet dat ze hun honden kaal moesten scheren.
Met "honden met haer" werden de verwardlangharige honden bedoeld die we nu Schapendoezen noemen.
Het is dus een verbod opgelegd aan schepers om tussen mei en september met Schapendoezen buiten de bebouwde kom rond te lopen.
De reden daarvan was dat Schapendoezen geacht werden over een heel sterk jachtinstinct te beschikken en men schepers verdacht van stroperij. Volgens de bronnen joeg men met dit soort honden op een hele reeks dieren, van watervogels tot dassen en wilde zwijnen aan toe.
Tegenwoordig staan schaapherders in hoog aanzien maar in die tijd hadden schepers een heel kwalijke reputatie. Daarom gebruikten auteurs ook niet het woord scheper maar schaapherder als ze een roman over zo iemand schreven. Reden waarom wij nu over schaapherder in plaats van scheper spreken.
Dat Schapendoezen een sterk jachinstinkt bezitten, heb ik bij die van mij kunnen constateren. Als zij in die periode bijvoorbeeld een Haas zagen dan gingen ze die niet achterna maar liepen zijn spoor terug op zoek naar zijn jong, en als ze een Patrijs of een andere grondbroeder op deden vliegen, gingen ze ook direct de grond afzoeken naar de kuikens. Zagen ze daarentegen een konijn dan joegen ze die wel achterna tot het zijn hol in dook.
Vooral mijn teven probeerden dan zo'n hol uit te graven, wat ze urenlang konden volhouden. Vooral in de duinen verdwenen ze daarbij wonderlijk snel geheel ondergronds. Mijn Teuntje kwam daarbij zelfs een keer vast te zitten. Gelukkig kon ik nog net haar staart bij de wortel vastpakken en haar er zo weer uittrekken. Toen ik er 4 had, zag ik ook duidelijk dat ze samenwerkten bij het achtervolgen van een haas, wat ze buiten het seizoen wel deden. Ondanks het haar voor hun ogen konden ze zelfs eekhoorns volgen die in de boomtoppen voortbewogen. Na verloop van tijd hoorde ik zelfs aan hun blaf waar ze op joegen. Voor elk prooidier hadden ze een andere klank. Wat ze direct bij de eerste keer dat ze een nieuwe soort tegenkwamen al ten beste gaven. Hun eerste bunzing bijvoorbeeld zagen ze pas toen ze al een jaar of zes waren en toen klonk hun blaf meer grommend dan blaffend.
Overigens is het natuurlijk wel zo dat ik ze altijd gelegenheid heb gegeven hun jachtinstinct te bevredigen en daardoor te ontwikkelen door ze elke dag uren lang los in de bossen en duinen uit te laten.

maandag 19 oktober 2015

Schapen hoeden was makkelijker zonder hond

Tegenwoordig ligt dat mogelijk anders vanwege het gemotoriseerde verkeer, waardoor je schapen soms snel uit de weg wilt hebben, maar vroeger lag dat zeker op de heide anders. Daar was helemaal geen verkeer. Maar wat het schapen hoeden sec betreft, geldt nog steeds dat het zonder hond makkelijker is omdat je dan alleen iets van schapen hoeft af te weten en schapen hoeden is zo makkelijk dat een kind de was kan doen. Zo zag men er in de 19e eeuw geen enkel probleem in om een jongen van 9 in zijn eentje met een kudde van tweeduizend schapen de hei op te sturen.
Dat schepers toch vaak een hond bij zich hadden, was dan ook om dezelfde reden als wij honden hebben: omdat we hun gezelschap op prijs stellen. Elke dag uren lang in je eentje naar een kudde schapen staren is geen pretje en een hond erbij wel.
Schapendoezen staan er nog steeds om bekend dat ze zich heel sterk hechten aan 1 persoon en dat was vroeger beslist ook het geval, tonen de verhalen aan.
Ze blijken zelfs vooral de hond van de allerarmsten geweest te zijn. De tekening hierboven is een van de vele die dat bevestigen.
Ook de geschreven bronnen bevestigen dat zwervers vaak vergezeld werden door verwardharige honden. Een middeleeuwse verordening verbiedt hen zelfs dat soort honden van mei tot september mee het veld in te nemen om te voorkomen dat ze gebruikt werden om te stropen. Schapendoezen hadden namelijk de reputatie geduchte jachthonden te zijn waarmee zelfs op dassen en wilde zwijnen gejaagd kon worden. Dat mijn Schapendoezen een heel sterk jachtinstinct hebben, heb ik meermaals ervaren.
Een andere eigenaardigheid die ik bevestigen kan, is dat zwervers die in de open lucht sliepen, hun hond als extra dekentje gebruikten. Mijn schapendoezen hebben namelijk de eigenaardigheid om als ik ergens ga liggen tegen me aan te kruipen of zelfs bovenop me te gaan liggen.

zondag 18 oktober 2015

Schapendoezen bezitten een verbazend vermogen tot herstel na zware mishandeling


Yoda, eenmaal volwassen mishandeld door de verkeerde aanpak (dwang i.p.v. geduld) en door de zoontjes van de eigenaar, die inspeelden op de angst van de hond. Nadat ze de hond eerst met een muilkorf en een antiblafband hadden proberen te onderwerpen, waardoor hij steeds angstiger werd, hadden ze na 7 jaar plotsklaps besloten dat hij stand te pede de deur uit moest omdat hij hun peuter van drie gebeten had plus een paar mensen die buiten rondliepen.
Zo zat ik op de eerste donderdag van februari 2008 om zes uur ’s avonds ineens met een door mij gefokte hond die Yoda heette en volgens de eigenaar mensen beet, zowel vreemden als eigen.
Zodra ik hem overnam probeerde hij eerst te vluchten, maar toen hij merkte dat ik hem  aan de riem had, draaide hij om, begon vervaarlijk te grommen en probeerde me toen te grijpen. Hetgeen natuurlijk niet lukte omdat ik de riem gebruikte om hem van me af te houden.
Nadat ik hem de tuin in gemanoeuvreerd had liet ik de eigenaar zijn halsband afdoen aangezien die veel te breed was. Yoda kroop direct achter/onder de struiken in mijn tuin, en toen ik na een tijdje kijken iets dichterbij kwam kroop hij piesend en poepend tegelijk nog verder weg.
Ik besloot hem daar maar tot rust te laten komen en nadat ik een stuk runderstaart voor de struiken had gelegd ging ik mijn andere honden uitlaten. Teruggekomen zag ik door het keukenraam dat hij op het bot zat te kauwen, dus zijn instinct functioneerde gelukkig nog.
Benaderen liet hij zich echter niet dus besloot ik hem die nacht maar in de tuin te laten.
’s Ochtends ontdekte ik dat hij een heel diep gat gegraven had, wat op zich een hoopvol teken was.
Ondertussen had ik de nodige deskundigen geraadpleegt, van de rasvereniging tot de Raad van Beheer etc. aan toe, advies gevraagd van een officiële gedragstherapeut die les geeft bij O&O, die me naar hem verwezen hadden en van een aantal ervaren fokkers enz. Allemaal waren ze ervan overtuigd dat ik Yoda beter kon laten inslapen omdat het heel veel tijd ging kosten Yoda weer in het gareel te krijgen en hij waarschijnlijk altijd een gevaar voor de maatschappij zou blijven vormen. De therapeut had nog als therapie Yoda op te sluiten in een kooi waar hij zich niet in keren kon, om hem te dwingen te leren dat aanraken ongevaarlijk was, of  iets dergelijks onzinnigs.
Gelukkig was mijn tuin zo groot dat ik er met mijn andere honden doorheen kon lopen zonder hem in het nauw te brengen, dus last had ik niet van hem en daarom dacht ik er goed aan te doen hem voorlopig maar in de tuin te laten zitten tot ik een minder rigoreuze oplossing zou vinden, iets waar ik in  gesteund werd door mijn Duitse kontakten. Afgezien daarvan had ik deze hond dus zelf gefokt en ik wist daarom heel goed wat voor soort hond het was toen ik hem aan deze mensen gaf, namelijk een hond met hetzelfde zachte meegaande karakter als zijn vader, die je echter niet moest proberen te dwingen want voelde hij zich in het nauw gedreven dan beet hij van zich af op een wijze waar een wilde wolf jaloers op zou worden. Verder had ik Yoda in een dag zover gekregen dat hij heel voorzichtig plakjes worst uit mijn zover mogelijk uitgestoken hand durfde te pakken, hetgeen me herinnerde aan een opmerking van Toepoel, toen hij in 1916 een als kettinghond gebruikte schapendoes bekeken had. Hij konstateerde dat de hond ondanks alles het juiste lieve karakter behouden had, hoewel zijn beulen als de dood voor hem waren.  Hetzelfde gevoel had ik bij Yoda.
Uiteindelijk lukte het me hem zondagochtend om twee uur het huis in te lokken, omdat het was begonnen te regenen en ik het onverantwoord vond een Schapendoes met een kortgeknipte vacht midden in de winter in de regen te laten zitten. Blijkbaar vond hij dat ook want hij liep heel gedwee mee.
Uiteraard gaf dat de nodige problemen met mijn eigen honden, die ik verbood de hond te benaderen omdat hij te angstig was. Zou ik ze hem in die conditie laten benaderen dan zou dat beslist een bloedig gevecht zijn geworden, want dan zou zijn instinct hem voor zijn leven laten vechten en ik had al gezien dat hij een onwaarschijnlijk krachtig gebit had voor een schapendoes.
Een paar dagen later was zijn angst ook wat dat betreft over en kon ik de honden laten kennismaken met elkander. Joda hoefde in feite alleen maar zijn tanden te laten zien en het pleit was zo goed als beslecht. Zijn moeder blijft ook na een maand nog naar hem uitvallen, maar dat doet ze tegen zijn broer Baldr al vijf jaar lang als hij avances maakt, al blijft het altijd bij bekvechten.
Na exact een week kon ik Yoda samen met de andere twee los buiten uitlaten.  Eigenlijk gewoon door helemaal niks anders te doen dan de natuur zijn gang te laten gaan.
Yoda bleek na een maand echt de ideale Schapendoes te zijn en ik besloot hem te houden.
Helaas ging het daarna helemaal mis omdat Yoda ineens Baldr begon aan te vallen, wat echte gevechten werden waarbij mijn bloed rijkelijk vloeide doordat ik bij het uit elkaar halen als ze binnenshuis slaags raakten door allebei gebeten werd. Buitenshuis liet ik ze hun gang gaan in de hoop dat duidelijk werd wie de baas werd maar helaas waren ze volkomen aan elkaar gewaagd en ze bleven gewoon urenlang vechten. Het was een verschrikkelijk kabaal want ze grauwden en blaften naar hartelust en ook een verschrikkelijk gezicht want ze rolden samen over de grond en de haren vlogen in het rond maar wonderlijk genoeg hadden ze nooit een schrammetje.Het enige bloed dat vloeide was dat van mij. Het was wel steeds Yoda die begon.
Na vier weken had ik hem wel zover dat ik hem binnenshuis met mijn stem kon stoppen als hij aanstalten maakte Baldr aan te vallen, maar toen werden mijn honden opeens in beslag genomen omdat mijn buren, die de herrie zat waren, bij de politie verteld hadden dat ik mijn honden mishandelde. 4 maanden later kreeg ik ze terug maar besloot ik Yoda, die al die tijd niet bij Baldr had gezeten maar zodra hij hem zag weer wilde vechten, niet terug te nemen. Hij is toen bij een oud vrouwtje terecht gekomen waar hij nooit problemen gaf maar vorig jaar over leed aan een nierziekte.

Achteraf valt er natuurlijk heel wat therorie te bedenken waarom het zo anders liep dan de deskundigen dachten, maar waar ik hier mee wil eindigen is dat je dus nooit het herstellingsvermogen van honden moet onderschatten, en dat van Schapendoezen in het bijzonder.

donderdag 15 oktober 2015

Baldrs grootvader Drakie Doeshuus, mijn eerste Schapendoes


Geboren op 29 oktober 1984.  Ik kreeg hem van de Fokker aangeboden vanwege zijn onhandelbare karakter omdat hij wist dat ik daarmee overweg kon aangezien mijn Groenendaeler Loki (toen 12 jaar) ook zo was.
Voordat ik Drakie ging halen, op 1 januari 1985 om de vuurwerkterreur te ontlopen, had ik een heel strak trainingsschema opgezet om hem binnen 4 weken zover te krijgen dat hij alleen thuis kon blijven. Daarvoor had ik een maand vrij genomen. Ik haalde hem 's ochtends op en 's middags had ik dat schema al overboord gegooid omdat helemaal niets werkte. Ik had ook een mooie mand voor hem naast mijn bed gezet waar ik hem in vast kon leggen. Werkte prima bij Loki als pup. Maar dus niet bij Drakie. Die ging wel braaf in die mand liggen maar zodra ik ook in bed lag nam hij een enorme sprong waardoor hij zich bijna onthoofde dus heb ik hem toen maar snel losgemaakt. Drakie moest en zou zich met alle geweld om mijn hoofd heen neervleien. Ik was tot dan principieel tegen honden in bed maar er bleef me geen andere mogelijkheid dan dat principe los te laten.  De volgende dag kreeg ik op geen enkele wijze vat op hem. Hij gedroeg zich zo totaal anders dan ik van honden gewend was, dat ik besloot te doen alsof het geen hond was maar iets totaal anders, een soort beer ofzo want hij deed meer met zijn voorpoten dan met zijn bek. Als hij mijn benen zag bewegen greep hij er een met zijn voorpoten en klemde hij zich eraan vast. Ik heb dagenlang in huis rondgelopen met hem aan mijn been vastgeklemd. Omdat hij als hij naast mijn hoofd in bed lag een soort spinnend geluid begon te produceren, leek mij een kruising van een beer met een kat ook mogelijk. Elke nacht werd dat geluid sterker totdat ik besefte dat hij lag te grommen en toen ik zijn kant opkeek, zag ik dat hij zijn tanden liet zien. Hij wilde me van mijn kussen verjagen, was mijn conclusie. Toen heb ik zonder te bewegen om geen beet uit te lokken met mijn zwaarste stem en de scherpste klank erin een tijdje hardgrondig liggen vloeken, waarop hij gelijk stopte met zijn gegrom.
Verder stortte hij zich ook op Loki zodra hij die zag, werd een paar keer flink gebeten door hem maar daar trok hij zich niets van aan. Ook hield hij zich bezig met alles te slopen waar hij bij kon. Gelukkig had ik alles wat waardevol was al op anderhalve meter gebracht en ook voor Loki een plek gemaakt die te hoog voor Drakie was en daar zat Loki dan ook de hele tijd. Hij trok zelfs het behang van de muur en in de tuin stond hij struiken uit de grond te trekken. Ik heb hem net zolang zijn gang laten gaan tot hij daar na die nacht dat ik hem stevig uitgevloekt had ineens mee stopte en zich ging gedragen als een normale hond. Tien weken was hij op dat moment. Vanaf die dag ging hij alles nadoen wat Loki deed. Zei ik zit tegen Loki ging hij ook zitten enz. Van het ene op het andere moment kon hij alles wat Loki kon, tot los volgen naast de fiets aan toe. ik heb hem daarna eigenlijk nooit wat kunnen leren want hij deed alles de eerste keer al alsof hij het zijn hele leven gedaan had. Ook bij de agilittytraining. Hij keek gewoon van de andere honden af wat de bedoeling was en deed dat dan na.
Alleen de raakvlakken van de schutting gaven problemen omdat hij geneigd was vanaf de grond direct naar de top te springen en vandaar weer naar de grond. Ook placht hij weleens over het middengedeelte van de katteloop heen te springen als de route die dwars voor hem positioneerde. Zo'n enorme sprongkracht had hij.
Later ontdekte ik dat de schaapherders hun honden vroeger ook niet zelf trainden maar een nieuwe hond eerst gewoon een tijdje met de ervaren honden mee lieten lopen tot ze het kunstje afgekeken hadden en begrepen wat er van ze verwacht werd.


woensdag 14 oktober 2015

Onverklaarbare jeukaanvallen bij Schapendoezen

Mijn Tjalfi kreeg toen hij een jaar of drie was een paar maal per jaar last van jeuk. Hij bleef dan aan één stuk door krabben. De dokter stond voor een raadsel en wist niks anders te verzinnen dan hem een spuit geven waardoor hij een tijd gevoelloos werd, waarna de jeuk over was. Een klein half jaar later begon de ellende dan opnieuw. Mijn andere Schapendoezen hadden nooit ergens last van. Toen hij op zijn 16e stierf, was ik opgelucht dat dat probleem eindelijk over was.
Baldr was toen 5 jaar. Drie maanden later kreeg hij echter ineens dezelfde verschijnselen. Alleen krabde hij niet maar beet waar het jeukte. Wat een echte ramp was omdat hij met zijn speeksel zijn vacht veranderde in een zeepachtige massa die ik alleen door wegknippen kon verwijderen. Na verloop van tijd viel me op dat het altijd gebeurde bij het begin van de lente en de herfst. Het enige wat hielp was die spuit en ik ging dan ook telkens bij de eerste verschijnselen naar de dokter zodat het direct de kop ingedrukt werd. Wat een probleem was als de dokter met vakantie was omdat de vervanger dan geen zichtbare bewijzen van de jeuk zag en dan bijvoorbeeld zijn anaalklieren ging legen omdat hij dacht dat het daaraan lag of een vlooienmiddel gaf. Waardoor Baldr eerst weer zijn vacht moest ruïneren voordat er wat aangedaan werd.
Sinds hij vorig jaar zijn achterste kruisband afscheurde bleef de jeukaanval ineens achterwege en anderhalf jaar later is die nog steeds niet weergekeerd.
Echt onbegrijpelijk.

dinsdag 13 oktober 2015

Thaïle, het zusje van Baldr, en haar levensloop


Thaïle, het zusje van Baldr, 3 weken voordat ze 13 wordt.Ze is vernoemd naar een personage uit A handfull of man, van Dave Duncan: een meisje dat een heel gelukkige kindertijd had, maar op haar 14e geroofd wordt, heel veel ellende meemaakt maar tenslotte een heel gelukkig leven leidt en uiteindelijk godin wordt. Gek genoeg kun je van Thailes levensloop hetzelfde zeggen.
Thaïle had ik na 9 weken aan een buurvrouw gegeven met de afspraak dat ik bij geschiktheid zou fokken met haar, maar ze werd toen ze 5 maanden was gestolen door haar ex, een woonwagenbewoner. Die verkocht haar in een cafe en na nog een paar wisselingen kwam ze toen ze zeven maanden was bij een oud vrouwtje terecht in een dorpje op een kilometer of 5 van mij verwijderd. Ze was inmiddels zo sterk vermagerd dat men dacht dat ze een Maltezer Leeuwtje was.
Stom toevallig woonde de fokster van Thaïles moeder daar. Die herkende er een Schapendoes in en waarschuwde de rasvereniging. Die zagen aan de chip dat ze door mij gefokt was, maar in plaats van mij te waarschuwen, benaderden ze een Duitse Fokker, die haar wel wilde hebben. Daarna pas werd ik geïnformeerd, althans ze vroegen mij of ik de stamboom bezat omdat ze in Duitsland gevonden was en of ik die aan de Duitser wilde geven. Toen ik toestemde onder voorwaarde dat hij die met Thaïle moest komen halen, kwam de aap uit de mouw en bleek dat hij haar nog moest halen en omdat ze vlakbij zat geen bezwaar had op de terugweg bij mij de papieren te komen halen.
Ik liet hem toen naar het archief komen en sprak met een paar sterke archiefmedewerkers af dat we de hond zouden afpakken en de Duitser de deur uitschoppen.
De Duitser bleek echter een heel integere man die bijna evenveel als ik van het ras wist. Waarop ik besloot dat Thaïle bij hem het beste af was.
Thaïle knapte zienderogen op maar de echtgenote van de Duitser knapte af, waarop een scheiding volgde en Thaïle uiteindelijk bij een andere Fokster terecht kwam. Waar ze 1 nest zonder problemen wierp maar waar haar tweede nest na de geboorte stierf op eentje na.
Nu gaat het goed met haar al begint ze net als haar moeder te dementeren na een licht herseninfarct.

maandag 12 oktober 2015

Schapendoes Baldr heeft een trauma

Baldr was van jongsaf aan gewend dat ik de hele dag van huis was, wat niet betekende dat hij alleen bleef aangezien zijn vader en moeder natuurlijk ook bij hem waren. 
In 2008 heeft hij echter 4 maanden in het asiel gezeten en sindsdien raakt hij in paniek als hij me langer dan twintig minuten uit het oog verloren heeft. Hij gaat zodra hij me mist op de uitkijk staan en duurt het langer dan die tijd begint hij aan 1 stuk door te blaffen zo hard als hij kan. In het asiel hield hij dat de hele 4 maanden vol al was hij zijn stem na een paar dagen geheel kwijt. Je zag hem nog wel blaffen maar je hoorde niets meer. Gelukkig kwam zijn stem na een paar weken weer terug want een Schapendoes zonder de karakteristieke blaf is maar een schim van zichzelf. Op deze foto  ben ik even de krant gaan halen toen hij diep in slaap leek maar hoewel ik amper tien minuten weg was, stond hij toch alweer op de uitkijk.

zondag 11 oktober 2015

Scheperende Schapendoezen

Foto uit het boek van Hartmut Mohr. Zo was het volgens de beschrijvingen uit de Hollandse archieven. Scheper en hond stonden bij elkaar op een tiental meters afstand van de kudde. De scheper breidde aan 1 stuk door kousen, de hond keek naar de schapen. Alleen waren de kuddes minstens tienmaal groter. Dwaalden er een paar schapen af, dan volstond enig geblaf van de hond om ze terug te doen keren, wat de hond uit eigener beweging deed.
Overigens: hoe groter de kudde hoe minder neiging tot afdwalen de schapen vertonen.

zaterdag 10 oktober 2015

Schapendoezen zijn geen resultaat van eeuwenlange selectie op schapenhoederskwaliteiten

Nog een mooi plaatje uit het boek van Hartmut Mohr over Der Niederländische Schapendoes.
Echter volgens mij niet berustend op de werkelijkheid, althans niet die in ons land. Daar bestonden de kuddes op de heide altijd uit een stuk of tweeduizend schapen. Wat we weten omdat men eeuwenlang ieder jaar alle schapen van elk heidedorp telde en de uitkomst ervan per provincie gepubliceerd werd in het verslag van Gedeputeerde Staten. De reden daarvan was dat men de oppervlakte aan landbouwgrond die elke boer gebruikte en waarover hij belasting moest betalen, berekende op grond van het aantal schapen dat hij bezat. Op de heide was landbouw namelijk tot de uitvinding van de kunstmest in 1910 uitsluitend mogelijk met behulp van schapemest en men wist exact hoeveel grond je met 1 schaap kon bemesten. Overigens werd ook al het andere vee jaarlijks geteld en vermeld omdat ook daar belasting op zat.
Miste een boer ineens een paar schapen dan werd nauwkeurig onderzocht hoe dat kwam en ook dat werd in het verslag opgenomen. Het komt ons nu onbegrijpelijk voor dat er in een jaarverslag van een provincie vermeld werd dat een boer uit een klein dorpje een paar schapen verloor doordat ze door een hondsdolle schepershond (i.e. een hond die schapen hoedt) waren doodgebeten maar in die tijd gebeurde er verder niet veel dat het vermelden waard was.
Dankzij dat onderzoek weten we nu wél dat de honden die men bij de kudde gebruikte niet een speciaal ras vormden waar men zuinig op was vanwege de bijzondere eigenschappen die door eeuwenlange selectie ontstaan waren. Want de inspecteur die dit incident onderzocht, oordeelde dat het de schuld was van de boer in kwestie, omdat hij een straathond gebruikte die hij zich pas een paar dagen eerder toegeëigend had, zonder zich aan de wachttijd te houden die daar voor gebruikelijk was.
Vroeger trainde men die honden niet voor dit werk, men koos er gewoon eentje uit en keek of hij het kon. Honden zat namelijk.

vrijdag 9 oktober 2015

Schapendoes Baldr is een echte stadshond

Dat valt me iedere keer dat we in de stad komen weer op. Hier in het bos vindt hij er echt niets aan. Hij loopt altijd duidelijk verveeld achter me aan te sjokken tot we richting huis gaan. Dan gaat hij vooruit lopen in een kwieker tempo en slechts zo nu en dan blijft hij even staan om ergens aan te ruiken. Maar zodra we in de stad zijn, loopt hij oplettend rond en staat zowat elke vijf meter staan om iets langdurig te besnuiven en te belikken. Hij licht er ook heel vaak zijn poot, terwijl hij in het bos meestal als een teef plast. Wat ik liever heb omdat hij de neiging heeft zijn gezonde poot te lichten en zijn hele gewicht dan op zijn kapotte knie eust. Vermoedelijk is het lichten van de kapotte knie dus moeilijker dan erop steunen, maar belastend is het natuurlijk wel.
Springen kan hij er ook nog steeds mee, althans breed, wat hij over plassen en greppels pleegt te doen. Hoog springen voorkom ik want dat lijkt me toch een te zware aanslag op de knie en uit zichzelf zal een hond niet zo snel ergens overheen springen zolang dat niet persé nodig is. In het begin sprong hij wel steeds de caravan in en uit maar daar heb ik nu een loopplank neergelegd zodat hij niet meer springen kan.

donderdag 8 oktober 2015

Blaffen bij Schapendoezen


Ooit deed iemand onderzoek naar de betekenis van blaffen bij honden. Hij koos daar echter een niet-blaffend ras voor uit en na drie maanden nauwgezet registreren van dat niet-blaffen, concludeerde hij dat die betekenis niet was vast te stellen.
Veel mensen zijn  van mening dat honden zinloos blaffen en dat hun blaffen een domesticatieverschijnsel is omdat wolven niet blaffen, er van uitgaande dat honden van wolven afstammen. Dat doen ze echter net zomin als Nederlanders van de mens afstammen. Honden zijn gewoon een bepaald soort wolven, niet gedomesticeerd maar oorspronkelijk bij het ongedierte behorend: dieren die bij en van de mens leven. Na decennialang achter blaffende Doezen aangelopen te hebben ben ik er echter van overtuigd dat hun blaf betekenis heeft en ze elkaar door klank en frequentie kunnen duidelijk maken wat er aan de hand is. Zo hoor ik aan hun blaf niet alleen of ze een hond of een kat zien, maar bijvoorbeeld ook hoe groot die hond is, of dat ze een konijn achterna zitten en zelfs dat hij ontsnapt door zijn hol in te duiken.
Ook heb ik meegemaakt dat Teun een eekhoorn in een boom top zag zitten, begon te blaffen en de andere honden die verderop liepen allemaal omhoog gingen kijken.

dinsdag 6 oktober 2015

Schapendoes Baldr heeft ouderdomsstaar

Baldr ging steeds slechter zien. Dat viel mij op doordat hij niet meer wist waar ik was als ik bovenwinds op een paar meter afstand stond te wachten tot hij klaar was met het opsnuiven van een voor hem interesante geur en dan eerst rondkeek en daarna vaak de verkeerde kant opliep. Volgens de dokter ziet hij niet veel meer dan het verschil tussen ligt en donker.
Daarom besloot ik zijn kuif maar geheel af te knippen. Dat blijkt niet alleen verschil te maken maar geeft me ook eindelijk de kans zijn mooie ogen te bewonderen.

maandag 5 oktober 2015

Schapendoes Baldr heeft van rol gewisseld

Baldr heeft zowat vanaf het moment dat hij uit de werpkist klauterde zijn hele leven aan me vastgeplakt gezeten. Overal waar ik ging, volgde hij. Altijd. Ook als hij ogenschijnlijk diep in slaap verkeerde en ik even de keuken inliep, stond hij direct achter me. De keren dat ik bijna mijn nek over hem brak zijn ontelbaar en hoe vaak ik ook per ongeluk tegen zijn poten schopte omdat ik hem niet zag staan, nooit leerde hij daarvan wat afstand nemen of op mijn voetbewegingen letten. Heel anders dan zijn grootmoeder Jofr Doeshuus. Die raakte ik als welpje een keertje per ongeluk met mijn voet tegen haar pootje en die bleef vervolgens haar hele leven consequent een handbreedte ruimte tussen mijn voeten en haar poten houden. Ook als ze bij GG-oefeningen naast me moest zitten. Tot ergernis van de instructeur.
Baldr moest en zou me met alle geweld altijd zien. Zelfs een WC-deur tussen ons in accepteerde hij niet. Dan begon hij te blaffen en aan de deur te krabben tot hij me weer zag. Gelukkig woon ik in mijn eentje dus was een open deur nooit een probleem. Slapen deed hij altijd op mijn voeteneinde.
Tot hij in juli jongstleden ineens besloot in de woonruimte van mijn caraven te gaan slapen, wel vlak voor de ingang van de slaapruimte, waar geen deur in zit zodat we toch min of meer in dezelfde ruimte verkeren.
Terzelfder tijd ging hij er een gewoonte van maken om buiten te gaan liggen slapen als ik binnen zat te lezen ofzo en als ik buiten zat juist binnen. Als hij na een tijdje dan weer wakker werd, ging hij me niet opzoeken maar begon hij me te roepblaffen. Waarmee hij pas ophield als ik naar hem toe was gekomen. Net alsof hij vond dat het nu mijn beurt was om hem steeds op te zoeken.

zondag 4 oktober 2015

Hoe Schapendoezen scheperden (schapen hoedden)

Anders dan Border Collies dreven de Doezen niet maar liepen ze voor de kudde uit. Wat te maken had met de totaal andere wijze waarop men hier schapen hield. Ik meen dat deze aangeboren eigenschap maakt dat mijn Schapendoezen altijd voor me uit lopen en bij kruisingen eerst zelf kiezen welke weg ze inslaan en dan pas kijken of ik wel volg.
Het volgen van moderne, op Border Colliewijze gegeven cursussen schapenhoeden heeft dan ook niets met het teruggrijpen op de oude werkeigenschappen van onze Schapendoezen te maken. Het is iets totaal anders.


zaterdag 3 oktober 2015

Hoe Schapendoezen schapen hoeden

Onderstaande foto uit het boek van Hartmut Mohr over de Schapendoes toont wel geen Schapendoes maar een Polski Owczarek Nizinny maar dat is hetzelfde soort verwardharige hond als de onze en kwa gedrag dan ook inwisselbaar.  Hartmut Mohr toont dat duidelijk aan in zijn boek.
Je ziet duidelijk dat de hond zijn hele lichaam gebruikt om de schapen te sturen.
In de archieven van Holland heb ik helaas geen afbeeldingen van scheperende  (ons woord voor schapenhoeden) Schapendoezen gevonden maar wel omschrijvingen ervan, waaruit blijkt dat zij ook hun lichaam gebruikten. Schapen die halsstarrig weigerden in beweging te komen, kregen ze zover door in volle vaart tegen ze op te lopen, daarbij hun kop als stormram gebruikend. Ook trokken ze ze wel voorzichtig aan hun haren om hetzelfde effect te bereiken. Die van mij trokken aan mijn broekspijp of mouw als ze mijn aandacht wilden.
Uit de berichten kwam wel duidelijk naar voren dat de Schapendoes vooral met zijn blaf werkte. Schapen die afdwaalden, hadden aan een paar blaffen genoeg om ijlings op hun schreden terug te keren, zelfs zonder dat de hond uit zijn zittende houding hoefde te verrijzen. Meest biezondere daarbij is nog dat de honden dat op eigen initiatief deden, vaak zonder dat de scheper  (ons woord voor schaapherder) in de gaten had wat er aan de hand was.


vrijdag 2 oktober 2015

Schapendoes Baldr begint hekel aan vachtverzorging te krijgen

Eerlijk gezegd heeft hij die al een tijdje. Net als mijn andere Schapendoezen op die leeftijd overigens. Borstelen vond hij altijd heerlijk maar tegenwoordig heeft hij er een broertje dood aan en blijft hij niet meer netjes stilstaan maar loopt langzaam onder de borstel uit. Liever borstelt hij zichzelf door tegen muren en meubels te strijken. Aan zijn voorpoten wil hij helemaal geen gefrutsel  meer. Wat een ramp is met dat lange haar waar van alles in blijft plakken en dat in hele dikke klitten raakt. Ik heb de kam dan ook wisseld voor de schaar en knip nu rigoureus  alles eraf waar ik elke klit voorheen haar voor haar lospeuterde. Wat er wel raar uitziet als hij loopt want ze lijken zo veel dunner dan zijn achterpoten.

donderdag 1 oktober 2015

Heel oude honden veranderen vaak van gedrag

Wat Schapendoezen betreft valt mij steeds weer op dat die van mij in hun 13e levensjaar plotsklaps van gewoonte veranderen. Baldr ook weer. Zijn hele leven heeft hij altijd geslapen op het voeteneinde van mijn bed maar 4 maanden voor hij 13 wordt, is hij ineens in de woonkamer gaan slapen.